BYE PUERTO RICO - HELLO TURKS&CAICOS, BIG SAND CAY

DINSDAG 15 APRIL - VRIJDAG 18 APRIL

Dinsdag 15 april

Om 6 uur in de ochtend gaat de wekker. Vandaag vertrekken we naar Turks&Caicos. Een tocht van ongeveer twee-en-een-halve dag varen. Omdat we weer koers zetten naar een ander land moeten we ook uitchecken. Volgens internet is een belletje naar customs voldoende........ helaas, verkeerde en onvoldoende info. We moeten in persoon uit checken! Dat is een setback, kost tijd en moeite. De dinghy is al opgeruimd en we hebben geen zin om deze weer helemaal op te tuigen voor dit doel. We besluiten de Drifter zelf te verleggen naar de kade. Dat betekent weliswaar aan lager wal, zonder kikkers en in een enorme ondiepte (we lopen ook vast in de blubber) maar het scheelt een hoop tijd. We bevestigen de landvasten aan een vangrail en een hek. een beetje provesorisch, maar wegwaaien zullen we toch al niet. Ondertussen hangt het anker te bungelen aan het beslag, want de lier wilde het laatste stukje, namelijk het anker zelf, niet ophalen. Dat moeten we oplossen voordat we echt vertrekken, maar eerst maar eens uitchecken. Dat blijkt nog lastig want de beambten die dergelijke formulieren mogen afgeven en een stempel mogen zetten zijn niet aanwezig op locatie, ondanks ons belletje en bericht dat we eraan komen. De formaliteiten zelf stellen niks voor, maar het wachten zorgt voor de vertraging. 

We halen gezamenlijk het laatste stukje anker op en varen zonder problemen weg van lager wal. (voor de leken onder jullie: dat is geen gemakkelijke manoeuvre, zeker niet met een hoge kademuur met uitstekende delen en landvasten die niet meebewegen, maar het lukt) 

Ruim 3 uur later dan gepland verlaten we dan toch eindelijk Puerto Rico. In de verte vormen zich donkere wolken.  Ze lijken boven land te blijven hangen, maar daar zijn we niet zeker van. Het gaat in ieder geval gepaard met bliksem. Een mooi en tegelijkertijd onheilspellend gezicht. Want de bliksem blijft ons aan bakboordzijde vergezellen, waait als het ware met ons mee. Zelf varen we een donker gebied in. Onvoorspelbaar of het onweer onze kant op komt of evenwijdig meewaait. Gelukkig dat laatste, maar relaxt is anders. 
Een deel van de nacht is verder helder, maar in de verte zien we boven het water weer een donkere strook. Deze ligt op onze koers, daar moeten we doorheen, tenzij deze voortijdig oplost. En dat doet ie. En tegen de ochtend laat ook de maan zich zien. 

Woensdag 16 april

We schieten aardig op. Een stevige wind, halve wind, blaast ons verder. Gedurende de dag neemt de wind helaas af en is de windrichting compleet onvoorspelbaar. We hebben het ermee te doen. Of we de verwachte 2,5 dag gaan halen is echter maar de vraag. 
Een knal brengt ons terug in de realiteit. Een onderdeel van de kick is afgebroken (een hydraulische arm die de giek ondersteunt; door deze hoger of lager te zetten kun je de vorm van de zeilen en daarmee de snelheid beïnvloeden; En dat lijkt nu niet meer mogelijk). Ton weet het provisorische te fiksen, maar we realiseren ons weer hoe kwetsbaar we zijn op de boot. Nu is de kick een ‘minor’ problem, het grootzeil staat hierdoor belabberd en we boeten in aan snelheid, maar het drukt ons wel met de neus op de feiten: alles op een boot kan kapot, ook datgene wat we bij vertrek hadden vernieuwd (zoals dus de kick).

We praten over onze grote overtocht, over onze terugreis, en dat we daar eigenlijk allebei niet naar uitkijken. Met de heenreis in ons achterhoofd weten we dat het een pittige en vermoeide trip wordt. Een goede voorbereiding is op alle fronten van belang, maar dan nog. Niet alles is voor te bereiden of te voorkomen. Het gebeuren met de kick heeft ons weer op die feiten gedrukt.

Enfin, gedurende de dag begin ik me steeds slechter te voelen. En ook al is het maanden geleden dat ik me zo heb gevoeld, ik herken de tekenen gelijk: het begint met veel boeren, gapen en slaat over naar een knallende hoofdpijn, bovenop mijn hoofd, het dak, zeg maar. Ik ben zeeziek en dat is slecht nieuws. Ik besluit rond 3 uur in de middag binnen op bed te gaan liggen met een emmertje. En die is nodig zo zal blijken. Koken zie ik niet zitten. Ik slaap met tussenpozen tot een uur of 22.00 en neem dan de shift over van Ton die inmiddels ook aardig vermoeid is. We zetten buiten ook een emmer klaar, want ik ben nog lang niet beter. Ik verman me, we zijn immers maar met z'n tweetjes en Ton moet ook kunnen rusten. De ervaring leert inmiddels dat het gebruik van de emmer (if you now what I mean) een directe verlichting geeft op mijn hoofdpijn. Die begint zich daarna weer op te bouwen. Volgens Ton zie ik letterlijk groen. Het enige dat helpt is me daaraan overgeven (letterlijk en figuurlijk) en slapen en nog eens slapen.
Ik draai een extra lange shift van 22.00 tot 3 uur in de nacht zodat Ton kan bijtanken. Zelf lig ik buiten op het achterdek in vol ornaat: zeilbroek, zeiljas en zelfs zeillaarzen. Het is koud en het regent. Geen ideale omstandigheden. Mijn wekker staat op ieder kwartier, zodat ik wakker wordt om even de check te doen: zijn er boten te zien op de AIS (scherm) of visueel (met het blote oog), staan de zeilen nog goed, andere bijzonderheden die om actie vragen? Zo niet dan kan ik met een gerust hart mijn ogen weer even dicht doen. De wind is inmiddels ingezakt tot 9 a 11 knopen.

Om 3 uur maak ik Ton wakker. Ik ben doodop ondanks de hazenslaapjes. Ik heb weer even een langer moment nodig om te slapen. Om 6 uur neem ik de shift weer over. De regen is gestopt, maar het waait nog steeds niet echt. De golven winnen het met enige regelmaat van de wind en dat zorgt voor klapperende zeilen. 


Donderdag 17 april

Vanmiddag zouden we volgens planning aankomen op Turks&Caicos, maar gelet op de geringe wind en de afstand gaan we dat zeker niet halen. Met maxima van 4 knopen, kruipen we dichterbij.
De wind zakt helemaal in, we halen de zeilen weg omdat ze anders helemaal stuk klapperen en zetten de tjoek tjoek aan. En net als ik in de wind wil draaien zie ik een ondiepte op nog geen 10 meter van de boot. Ik kan de rotspunten zien. We blijken ermee omgeven te zijn. En we zitten er midden in! The Silverbank heet het hier. Volgens de kaart een diepte van zeker 25 meter, volgens mijn ogen nog geen 2 meter op sommige plekken. Ik pak het stuur en Ton gaat op de uitkijk staan (saillant detail: ik zie de ondieptes vanachter het stuur eerder dan Ton) goede zonnebril! Aanrader! 
We laveren tussen de ondieptes door, zo’n 2 a 3 uur varen. Je kunt ze herkennen aan de lichtblauwe kleur. Er liggen nog meer van dergelijke gebieden op onze koers en die gaan we vanaf nu wijselijk vermijden. We hebben geluk dat het dag is, want op de kaart zijn deze ondieptes niet aangegeven. 

Er duiken 2 Humpback walvissen op naast onze boot, happend naar adem. Ze zwemmen in tegengestelde richting. Majestueus glijden ze door het water. Een hele tijd later laat een derde walvis zich zien, nog dichter bij de boot. We zien er steeds meer, al zijn de meesten slechts in de verte te zien door hun 'sproei'. We hadden al gelezen dat dit gebied veelal door walvissen wordt gebruikt, maar als je ze dan ook echt ziet is dat toch heel bijzonder. 

Eenmaal buiten het gebied trekt de wind weer aan en zetten we opnieuw de zeilen. We gaan de nacht in met een prachtige maan en een hemel vol sterren. Ook dat blijft altijd een mooi gezicht.
De boot glijdt door het water en klieft door de golven, een machtig gevoel. Omdat ik me inmiddels ook beter voel kan ik ook weer koken (en eten) en dat laatste is nodig. Na een hele dag water en droge crackers ben je wel toe aan iets voedzamers.

Na het eten duik ik mijn bed in en Ton neemt de shift, maar maakt me toch even later wakker. De zeilen moeten gereefd worden. En in het donker is dat lastig, maar het lukt. Alles gaat goed, op een designflaw van de lazybag na. Die blijft weer eens hangen achter de reeflijn. De zak was al eerder aan beide zijden uitgescheurd door eenzelfde manoeuvre en door mij gerepareerd. Dat zit als een huis zo blijkt, want precies erboven is een scheur ontstaan van zo'n 40 centimeter. De zak is nog bruikbaar, maar het wordt weer een hele klus om dit te fiksen. Enfin, dat is van latere zorg.
We zeilen verder en tegen de ochtend, rond 6 uur ankeren we bij het eerste kleine eiland van Turks&Caicos: Big Sand Cay. Het doet z’n naam eer aan. Een langgerekte strook zand met wat groen, meer is het niet.....en duizenden vogels. Dat is te zien en te horen. Ze maken een herrie van jewelste.
Volgens Navily was de ankerplek overigens “well protected”. Ik heb geen idee waartegen want er staat een enorme swell en de boot gaat zo hard heen en weer dat ik het opbergen van het zeil in de lazybag achterwege laat. Ik geloof het wel even. We halen de vlag van Puerto Rico weg en vervangen deze door de gele vlag ten teken dat we nog niet zijn ingecheckt (in feite nog in quarantaine zijn) en duiken ons bed in.

Vrijdag 18 april

We liggen op een werkelijk prachtige locatie. Het is de broedplaats van duizenden vogels en schildpadden. Ook ‘iguanas’ kunnen hier in alle rust leven. Dat zijn overigens vegetariërs, wisten jullie dat? Het eiland is beschermd gebied, een wildlife sanctuary, waar je zonder vergunning niet op mag. Alles om het dierenleven te beschermen. Een dergelijke vergunning is best gemakkelijk te verkrijgen overigens, maar er staat een stevige branding wat de landing met een dinghy ingewikkeld maakt en niet uitnodigt. Bovendien mag je de motor niet gebruiken, moet je roeien, om de schildpadden niet te verstoren. Hoe graag ik ook de dieren in het wild wil zien, ik wil ze vooral behoeden voor uitsterven. Dus lummelen we de hele dag weg op de boot. Mijn hoofd doet overigens nog niet helemaal wat het moet doen, al heb ik geen emmer meer nodig. De stevige swell en het bokken van de boot helpen daar niet bij, maar het is even niet anders. 

We lezen een boek, scrollen op social media en slapen veel. 


Dinsdag 15 april






Woensdag 16 april


Donderdag 17 april









Vrijdag 18 april











Reacties

  1. Jeetje, met open mond gelezen, wat een avontuur en fijn dat je je weer relatief snel weer beter voelde.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Blauw water en een groene Lonne... Lijkt me mega lastig, zeeziek zijn (understatement of the year, I guess).

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

WAS- EN KLUSDAG

Fluitend op vakantie? Even een update.....

Boot te water